Om medische redenen, kunnen sommige mensen signalen van honger en verzadiging niet onderscheiden (van andere signalen). Dit is natuurlijk een vervelend probleem. De volgende factoren zijn alleen niet-medische, gedragsfactoren.

Sinds ik ben gestopt met diëten, heb ik nooit meer zo’n achterlijke vreetbui gehad waarin ik misschien wel 4.000 kcal in een half uur (of misschien zelfs in 20 minuten) naar binnen wist te werken. In het begin had ik veel moeite met stoppen met eten en aanvoelen wanneer ik genoeg had. Tegenwoordig is stoppen met eten wanneer ik genoeg heb en pas eten zodra ik honger heb vanzelfsprekend. Een zak chips, pak koekjes of reep chocolade in huis halen is niet meer gevaarlijk. Door te wennen aan genoeg eten, elke dag, en alles te mogen eten, elke dag, is eten niet meer zo interessant. Ik hoef niet meer te compenseren voor een tekort uit het verleden of extra (veel) te genieten voor een tekort dat ik mezelf weer zal aandoen (dieet).

 

Toch komt het af en toe nog wel eens voor dat ik toch ga eten, ook al weet ik dat ik al lang genoeg heb gegeten. Héél soms val ik terug in een oud patroon en werkt eten verdovend. Ik proef dan niets en heb dan ook moeite met stoppen.

 

 

Hoewel deze momenten weinig voorkomen, ik half niet zoveel eet als eerst en ik mezelf daarna niet meer straf, kan ik me hier toch rot om voelen. Ik ben dus toch nog geen normale eter, is dan een gedachte die ik kan hebben. Soms ben ik dan bang dat ik dik word, terwijl ik ondertussen wel doorheb dat mijn postuur niet zomaar verandert. En al zou die wel veranderen, dan zou ik het zelf toch niet kunnen zien. Toen ik namelijk 8 kilo afviel, vond ik mezelf nog steeds te dik. Als ik nu terugkijk naar foto’s van toen, vind ik mezelf te mager op die foto’s. Fuck die kilotjes dus, want het is toch nooit goed genoeg als je jezelf in je koppie nog niet goed genoeg vind.

 

Risicofactoren

Er zijn veel momenten waarop ik me op tijd besef dat ik terug ga vallen in een oud patroon. Er zijn een aantal trucjes die ik dan toepas, zodat ik geen vreetbui krijg. Ik blijf rustig en accepteer gewoon dat ik zin heb om te eten, terwijl ik geen honger heb. Wat is er namelijk erg aan om te eten als je geen honger hebt? Wie heeft gezegd dat je alleen mag eten als je honger hebt? Ja, het is wel fijn om niet aan eten te denken, behalve als je honger hebt. Maar goed je, mood verschilt ook van dag tot dag. Angst om dik te worden, is voor mij de enige reden om niet te willen eten als ik geen honger heb. Welke reden heb jij?

Ik herinner mezelf eraan dat ik niet dik word als ik door zou eten. Mijn lichaam zal een teveel aan energie op een natuurlijke, non-obsessieve manier compenseren. Ik krijg meer energie om te bewegen of ik voel me gewoonweg langer verzadigd. So no worries! Het heeft tijd gekost om hierop te leren vertrouwen. Dit vertrouwen heb ik gekregen door het gewoon te doen en te ondervinden dat ik stop met eten als ik mijn stress en angst écht loslaat. Dan eet ik, terwijl ik geen honger heb, maar eet ik alleen een klein beetje en raak ik afgeleid door wat anders. Eten vraagt niet meer al mijn aandacht.

Vorige week had ik zo’n dag dat ik door bleef eten, terwijl ik eigenlijk niet meer wilde eten. Ik had al meer dan genoeg gehad en had een smerige zoete smaak in mijn mond. Ik voelde me moe, prikkelbaar en chagrijnig door het vele eten. Toch moest ik dooreten. Zoals ik net al beschreef, gebeurt dit alleen als ik ergens nog een beetje angst of stress in mijn hoofd heb rondom het eten. Ik vermoed dat ik me ook prikkelbaar voelde, omdat ik me eigenlijk gewoon boos voelde op mezelf.

 

Kijk, andere mensen eten toch ook niet de hele dag. Waarom ik wel?
Jij bent niet zoals “andere mensen”, je hebt gewoon een andere energiebehoefte.
Kom op, morgen weer oppakken.
Dan luister je weer naar je lijf.
SERIEUS? Morgen? Hoezo kun je het niet nu dan?
Pff, ik heb het gewoon verpest.
Door dit te denken, houd je dit gedrag NU in stand.  Dat weet je.
Ja, dat klopt. Waarom doe ik het dan?

 

Trouwens, dat andere mensen niet zeggen dat ze aan eten denken, betekent niet dat ze er niet aan denken!

Ik vraag me af hoe het komt dat het me soms niet lukt om mijn trucjes toe te passen. Wat heb ik dan anders gedaan? Ik ben patronen gaan ontdekken en heb hieronder beschreven welke vier factoren dit gedrag triggeren. Hieronder lees je factor 1 t/m 3. Benieuwd naar de rest? Deze 6 factoren vergroten de kans op overeten (deel 2: emotionele risicofactoren).

1. Te weinig eten

Te weinig eten, doe ik eigenlijk al maanden niet meer. Wat ik soms wel doe, als ik om 6:00 de deur uit moet, is mijn ontbijt overslaan. Dat is geen ramp, ik doe het vaker. Af en toe betrap ik mezelf erop dat ik dan denk: oh, fijn. Dan eet ik wat minder vandaag. Waarom zou ik die gedachte hebben? Dat is een oud patroon. Ik vind mezelf op dat moment blijkbaar niet goed genoeg, want minder eten leidt tot afvallen. Ik wil een dunnere versie van mezelf zijn. De keren dat ik deze gedachte heb, negeer ik mijn honger en ga ik van alles ondernemen om het ontbijten uit te stellen. Op een gegeven moment, krijg ik zo veel trek, dat ik ga vreten. Een gevolg hiervan is dat ik dan ook te snel eet en ik ineens super vol zit. Dan heb ik dit gevoel niet op tijd kunnen herkennen, om een aangenaam verzadigd gevoel te krijgen. Nog een gevolg is dat ik dan geen ritme meer heb en dat kan er soms toe leiden dat “de hele dag dan verpest is”. Meestal kan ik deze gedachte onderscheppen, door gewoon stevig te lunchen, zodat ik weer een paar uur verzadigd ben. Dan kom ik weer terug in mijn ritme.

 

Dit is even een zijweg, maar dit is ook hoe ik mijn vreetbuien in het begin nog opving. Door gelijk na de vreetbui op tijd weer een goede maaltijd te consumeren. Dus niet pas als ik heel erg honger had en dan een kleine maaltijd, omdat ik me schuldig voelde. Want dan kom je in een vicieuze cirkel. Toen ik mijn schuldgevoelens nog niet los kon laten, was dit wel lastig. Maar ik merkte dat er geen nieuwe vreetbui volgde als ik dit deed. Als je nooit meer een vreetbui wil, moet je wel een keer uit je comfort zone gaan stappen helaas!

 

Als ik met anderen mensen at, was ik vaak geneigd mijn bord te vergelijken met dat van anderen. Als ik meer at dan mijn gezelschap, dan voelde ik me schuldig. Dan wilde ik stoppen, maar de negatieve gevoelens zaten het stoppen juist in de weg. Als ik bij normale mensen afkeek hoeveel ze opschepten, probeerde ik een even grote portie op te scheppen. Zo’n portie als mijn dunne vriendinnetjes, die de hele dag achter hun bureau aan het werk zijn, op hun bord hadden. Alsof zware, gespierdere Leo dezelfde energiebehoefte zou hebben. Of ik keek naast me en was trots als ik geen trek meer voelde na een klein bordje terwijl de rest nog doorat en ik de kracht had om te stoppen! Als ik er de kracht voor moet hebben, is het niet genoeg. In alle drie de situaties had ik misschien geen honger meer nee. Maar in alle drie de situaties was het ook niet voldoende voor mij. Dat resulteerde in een vreetbui ná de maaltijd!

 

2. Bepaalde voedingsgroepen of producten vermijden

Tenzij je een allergie hebt, helpt het vermijden van bepaalde producten je niet als je je relatie met eten wilt verbeteren. Ik heb bijvoorbeeld angst voor koolhydraten (en ik weet zeker dat ik een van velen ben die dit ervaart). Dat je van koolhydraten dik wordt, daar geloof ik niet in. Wel heb ik de angst dat het schimmels voedt en ervoor zorgt dat ik nog meer wil eten. Of dat ik diabetes krijg. Of kanker. Weet ik veel. Ik ben er gewoon bang voor. Op de dagen dat ik te veel eet, merk ik dat ik ook vaak denk: oké, nog één boterham dan. Daarna iets met vitaminen en proteïnen. Hiermee zeg ik eigenlijk tegen mezelf dat koolhydraten slecht zijn en ze dus niet mag. Alles wat niet mag, is interessant. Ik eet wel vaker veel koolhydraten en dan voel ik me er geen seconde slecht over. Die momenten kan ik ook makkelijk stoppen met eten. Dus door een bepaalde voedingsgroep of product te vermijden, vergroot je de aantrekkelijkheid van het de voedingsgroep of product.

Als ik ergens trek in heb, zorg ik dat het meteen haal. Als ik dat niet doe en ik kom het dan ergens anders tegen, dan wil ik er ineens oneindig veel van eten. Door het gewoon gelijk te eten als ik er echt trek in heb, bouw ik geen (emotionele) lading op ten opzichte van dat product. Het wordt niet interessant, maar gewoon.

 

3. Te weinig drinken

Wat me ook opvalt, is dat ik structureel te weinig drink om de cravings in stand te houden. Dat is natuurlijk semi-onbewust gedrag. Ik weet namelijk dat als ik een glas water drink, de cravings ook op zullen houden. Op de een of andere manier kan ik me er op een slechte dag niet toe zetten, om genoeg te drinken. De uitdroging ga ik dan verwarren met trek. Ik probeer dan mijn dorst te lessen door te eten. Hoewel er in eten vaak wel iets van vocht zit, moet ik wel heel erg veel eten om mijn dorst te lessen. Vaak krijg ik alleen maar meer dorst en dus meer trek. Op die momenten weet ik dat ook wel, maar toch heb ik dan echt geen zin om wat te drinken. Ik heb me afgevraagd waarom dat is. Door een glas water te drinken, gaan mijn cravings weg. Problem solved. Waarom kan ik me er dan niet toe zetten gewoon wat te gaan drinken?

  1. Als ik dat doe, nadat ik al heb zitten vreten, dan overkomt me een enorm schuldgevoel. Waarom deed ik dat niet eerder? Als ik eerder was begonnen met water drinken, had ik nu niet zo veel gegeten. Herken je mijn patroon? “Had ik nu niet zo veel gegeten”, zei mijn angst voor dik worden. Liever eet ik door, zodat ik dit schuldgevoel niet hoef te ervaren.
  2. Het gevoel van iets eten terwijl je trek hebt, is erg bevredigend. Soms zelfs extatisch. Beetje overdreven misschien, maar voor mij wel waar. Het is in elk geval veel bevredigender dan water drinken. Op dat moment. Dus op korte termijn is het veel aantrekkelijker om ervoor te kiezen wat te gaan eten. Kies je toch voor water, dan doet het niets met je op dat moment, maar voel je je daarna wel een stuk beter. Dan is het probleem gewoon opgelost en voel je je opgelucht. In plaats van gauw naar meer te verlangen, kun je dan doorgaan met je leven.

 

Deze fysiologische risicofactoren spelen een heel grote rol bij overeten ten gevolge van gedrag. Door simpelweg genoeg te drinken, alles te eten waar je écht trek in hebt en zo veel te eten als je lijf om vraagt, kun je overeten verminderen of voorkomen. Hoewel de reden dat je te weinig eet, gevolgd door te veel, vaak emotioneel is, ga ik hier verder op de emotionele risicofactoren van overeten. Deze 6 factoren vergroten de kans op overeten (deel 2: emotionele risicofactoren).