Die vreetbuien… je verliest jezelf, je kan niet stoppen met eten en daarna voel je je ziek, schuldig en heb je heel veel spijt. Je wordt er inderdaad niet echt gelukkig van, sterker nog je wil ze maar wat graag uit je leven bannen. Ze hebben geen enkele positieve functie. Kun je het je voorstellen dat je dit nooit meer hoeft te ervaren? Ik eerst ook niet, maar je bent nu al één stapje dichterbij het voor eens en altijd uit je leven bannen van deze vreetbuien.

Stop met jezelf uithongeren!

Ben jij iemand die non-stop bezig is met diëten of denk je veel aan je calorie-inname? Grote kans dat dit de oorzaak is van je vreetbuien. Je lichaam krijgt niet voldoende voedingsstoffen binnen en probeert jou daarom zo veel mogelijk te laten eten. Zoals ik in deze 4 stappen bevrijden jou voor altijd van je dieet obsessie! beschreef, leveren vetten de meeste energie op en koolhydraten (suikers) leveren het snelst energie op. Dus zal je het liefst vet en zoet willen eten na een periode van vrijwillig uithongeren (diëten). Herkenbaar?

Ons lichaam is gericht op overleven. Je kunt jezelf  daarom niets kwalijk nemen. Je brein is er heel goed in geworden om jou te laten denken dat je moet eten, eten en nog eens dooreten. Je gedachten om door te eten, lijken heel logisch en ze zullen geen rekening houden met het feit dat je eigenlijk gewoon slank en gezond wil zijn. Ga maar eens na wat je denkt voordat je aan je vreetbui begint en wat je denkt als je ook maar op het idee komt om te stoppen! Als jij in een oneindige cirkel van diëten en dan weer vreten zit, wordt dit onfunctionele gedrag een vervelende en super hardnekkige gewoonte. En dat is wat we gaan doorbreken. Je kunt niets aan al deze gedachten doen, maar je kunt wel leren hoe je ze kunt voorkomen.

Waarom eet je niet genoeg?

Als jij jezelf niet herkent in dit patroon van diëten, kun je dit stuk overslaan. Als je jezelf wel herkent in dit patroon van diëten, dan wil je waarschijnlijk dit stuk overslaan.

Waarom heb jij jezelf op een dieet gezet? Omdat je wil afvallen is niet het antwoord. Je kunt je restricties alleen loslaten als je weet waar ze vandaan komen. Waarschijnlijk omdat jij jezelf niet goed genoeg vindt zoals je bent.

Wat vind je dan van jezelf en is dat realistisch? Hoe anderen jou zien is niet belangrijk, maar wat zij van jou als persoon vinden wel. Komt het overeen met wat jij van jezelf vind? Als jij jezelf (nog) niet accepteert zoals je nu bent, dan zal je jezelf continue restricties opleggen op het gebied van eten.

Misschien heb je wat aan 3 dingen die je onmiddelijk kunt doen om je zelfbeeld te verbeteren.

Restricties maken eten interessant en aantrekkelijk. Als kind wil je toch al alles doen wat niet mag?

Dit doet me denken aan vroeger. Mijn zus en ik moesten stil zijn van mijn ouders. We konden echt niet stoppen met lachen! Mijn vader zei: prima, jullie mogen lachen, maar dan moeten jullie dat op je kamer doen. Wij werden op mijn kamer gezet en daar was het niet meer leuk. Wat we ook probeerden, het was niet grappig meer nu we eindelijk lawaai mochten maken.

Nog een voorbeeld is het volgende: vanaf maandag verdwijnen alle pizza’s van de wereld en ze komen nóóit meer terug. Vanaf maandag kun jij nooit meer pizza eten. Wat ga je denk je doen tot maandag? Ik weet het wel, jij gaat alle pizza van de wereld eten! Waarom doe je dat? Je gaat het missen, toch? Herkenbaar? Vanaf maandag begin ik écht. Dus wat doe je tot maandag? Vreten, want daarna mag het niet meer.

Restricties zorgen ervoor dat je gaat eten. Dat geldt ook voor bepaalde voedingsproducten vermijden. Wanneer ik van mezelf bijvoorbeeld geen brood mag, denk ik de hele dag aan brood.
Spoiler alert: die instagram modellen zijn niet echt, hè. Ze zijn echt gefotoshopt, ja. En al zijn ze niet gefotoshopt, ze geven geen realistisch beeld van onze samenleving weer.

Kijk om je heen in plaats van op je scherm. Als dit de oorzaak is van je onzekerheid: ontvolg (fitness) modellen ASAP en ga accounts volgen met hetzelfde postuur als jij, maar toch inspirerend zijn.

 

Toch een vreetbui? Vergeef het jezelf onmiddellijk en begin opnieuw. Je hoeft niet meer te compenseren, dat werkt tegendraads. Eet daarna gewoon een normale maaltijd. In plaats van boos en gefrustreerd te raken, kun je ook nieuwsgierig worden. Het is een nieuwe situatie waar je van kunt leren. Onderzoek waardoor je vreetbui getriggerd werd. Had je te weinig gegeten? Voelde je stress? Welke gedachten hoorden daarbij? En welke overtuigingen, dat je niet mocht eten?

Het kost ook zeker wel wat tijd om jezelf te accepteren. Je kunt wel vandaag nog je dieet loslaten. Dit kan even pijn doen. Trust me, been there, done that…

Eetlust reguleren 

Als jij al jarenlang in een patroon van diëten en vreten zit, dan is je eetlust waarschijnlijk ontregeld. Ik heb gemerkt dat het ook een kwestie van aftasten is. In het begin heb ik vaak aan andere mensen gevraagd hoe zij merken dat ze genoeg hebben gegeten. Dat voel je toch gewoon? was dan het antwoord. Ik voelde het niet. Dit gaf me een radeloos gevoel. Maar ik gaf niet op. Op een dag stopte ik tijdens een maaltijd plotseling met eten. Ik werd afgeleid door iets en ik stopte om te drinken. Toen besefte ik me dat ik genoeg had. In plaats van door gaan met eten (waar ik echt toe geneigd was) stopte ik. De keer daarna deed ik dat weer. Sindsdien stop ik als ik vol zit. Ik denk er niet over na, het gaat automatisch.

In het begin zijn de signalen dus een beetje blurry, maar die worden steeds helderder. Soms at ik omdat ik dacht dat ik honger had (als ik me verveelde) en soms at ik niet terwijl ik honger had, omdat ik dacht dat het een gewoonte was om te eten. Het is echt een kwestie van trial en error. Maar vertrouw erop dat je het in je hebt! Jouw lichaam kan heel goed aangeven wat goed voor je is en wat genoeg voor je is. Wat je kunt doen als je eten gewoon naar meer smaakt, maar je eigenlijk niet genoodzaakt voelt om door te eten, is je eten afdekken met een servet of gewoon helemaal wegzetten.

 

Stoppen met eten

Om te kunnen stoppen met eten, is het van essentieel belang dat je je restricties hebt losgelaten. Anders kun je misschien op wilskracht wel stoppen met eten, maar zal je door willen blijven eten en verlangen naar meer. Als het stoppen met eten niet uit jezelf komt, kun je niet op wilskracht stoppen op de momenten dat je niet lekker in je vel zit en dan heb je alsnog een vreetbui te pakken. Als dat gebeurt, is het trouwens niet erg. Misschien krijg je dan wel de gedachte dat jij niet sterk genoeg bent, maar dat ben je wel! Al die andere keren was je wel sterk genoeg. Die vreetbui is dan alleen een bewijs dat nee zeggen op lange termijn niet werkt.

Als je echt alles mag eten (brood, suiker, noem maar op), is het niet interessant meer om te veel te eten. Te veel eten verliest dan zijn functie, je hoeft namelijk niet te compenseren.

 

Relax!

In het begin ging ik hele kleine breaks inlassen om te bepalen of ik nog door wilde eten. Dat kun je doen als dat voor je werkt, maar voor mij werkte het averechts. Door te bepalen of ik al genoeg had, zei ik dus eigenlijk tegen mezelf: je mag niet je hele bord leeg eten. Dus wat wil ik dan doen? Yep, mijn bord leeg eten. Nu stop ik gewoon als ik vol zit. Zelfs bij een (te) groot stuk cheesecake kost me dat geen moeite.

5 simpele trucjes om bedachtzamer te eten

 

Nu je je rustiger voelt rondom eten en je jezelf niet helemaal meer verliest, kun je de tijd nemen vóórdat je gaat eten om te bepalen waar je echt trek in hebt. Waar je lichaam om vraagt. Is dat het slagroomtaartje? Of heb je daar toch niet zo’n trek in, omdat je weet dat je er misselijk van wordt. Of heb je hier al een paar dagen naar uit gekeken? Als je iets neemt omdat het bij de situatie hoort of omdat het voor je neus staat, kun je met jezelf overleggen of dit echt is waar je je goed bij voelt! Onze handen zijn vaak veel te snel bij onze mond. Ook hierbij geldt daarom: richt je op de momenten dat het wel lukt. Positieve aandacht voedt een nieuwe (gezonde) gewoonte.

 

Stop met calorieën tellen

De belangrijkste stap is: stop met jezelf uithongeren! Dus wat deed ik (controlfreak), berekenen wat ik per dag ongeveer verbrand. Hoe wist ik anders zeker of ik wel genoeg had gegeten? Ik moest ergens controle op uitoefenen… Daarbij ging ik stiekem tóch iets onder de geschatte waarde zitten, omdat ik die wens om mager te worden nog niet helemaal had losgelaten. Na al die restricties kon ik me niet voorstellen dat ik zó veel (2400kcal) kon eten zonder aan te komen. Door uit te rekenen wat genoeg voor mij was, kon ik niet eten waar mijn lijf naar me vroeg. Ik moest mijn bord leeg eten ook al was het te veel, want anders had ik geen idee hoeveel ik wél had gegeten als ik een restje liet staan. Stoppen met eten, kon ik mezelf op deze manier niet aanleren. Ook als ik nog wel honger had, achteraf logisch want ik had mijn verbruik te laag ingeschat (fysieke restrictie), kon ik niet meer eten, want dat “mocht” niet meer (mentale restrictie). Drie keer raden wat ik ging doen…

Ik voelde een enorme vrijheid toen ik stopte met het tracken van mijn voeding. Nadat ik was gestopt, kon ik gewoon eten wat en wanneer ik wilde. Voorheen raakte ik helemaal uit mijn ritme als ik bij mensen ging eten. Uit eten gaan kon wel, want ik kon van te voren op de kaart kijken en inschatten welk gerecht de minste calorieën zou bevatten. Ik kon weer langs mijn opa gaan, omdat ik daar niet meer verleid werd door allerlei Indische snacks die ik niet mocht hebben. Ik ging weer lekkerder koken (met veel ingrediënten), omdat ik ze niet meer hoefde te berekenen hoeveel ik moest eten. Al met al werd het mijn leven een stuk plezieriger en spontaner. En ik had ook nog eens veel tijd over!

Eten waar je lichaam naar vraagt

Ik wilde mijn lijf leren vertrouwen dat ik mezelf nooit meer tekort zou gaan doen. De ene dag merkte ik dat ik echt wel een beetje te veel had gegeten. De andere dag merk ik ’s avonds dat ik eigenlijk net niet genoeg heb gegeten. Eet je te veel, dan krijg je meer energie en minder honger. Eet je te weinig, dan heb je minder energie en meer honger. Ons lichaam lost het wel voor ons op.

In het begin had ik op sommige dagen de hele tijd trek. Ik wist echt niet hoe ik daarmee om moest gaan. Waar ik het meest mee heb geworsteld is dat ik te veel nadacht of ik wel honger had. Ik wilde niet meer uit gewoonte, maar ook niet te veel nee zeggen.

Al gauw merkte ik dat het eigenlijk vanzelf ging. De drang om méér te eten was letterlijk gewoon weg. Dan was ik na het eten van een twee of drie boterhammen (in plaats van zes of acht) ineens afgeleid. Of at ik één of misschien twee koekjes en dacht ik: nou, dit was lekker en ging ik wat anders doen of een kopje thee drinken. Het ging heel natuurlijk en zonder strijd. Ik ging mezelf steeds meer op de proef stellen en kocht bijvoorbeeld een reep chocolade of een pak koekjes. Waar ik vervolgens minimaal een week mee deed.

 

Verwachtingen van jezelf

Op een gegeven moment had ik ook de verwachting van mezelf gecreëerd dat ik zou stoppen met eten. Die verwachting was te hoog. Er waren nog momenten waarop ik te lang niet had gegeten, moe was of emotioneel was. Sommige producten maken je brein in de war waardoor je niet kunt stoppen met eten. Ook mensen zonder eetproblemen ervaren dit en de een is er wat gevoeliger voor dan de ander. Als ik niet kon stoppen met eten, stelde ik mezelf dus eigenlijk teleur. Ik kon niet aan mijn eigen verwachting voldoen. Niemand wil zichzelf teleurstellen, dus dwong ik mezelf te stoppen met eten, terwijl ik nog meer wilde. Weer een vorm van restrictie: ik mag niet dooreten. Die gedachte leidt uiteraard tot het tegenovergestelde. Alleen al de bewustwording van dit patroon zorgde ervoor dat ik milder werd naar mezelf. Op een dag besefte ik me dat ik al weken niet meer doorging met eten, terwijl ik genoeg had. Ik was er niet meer bewust mee bezig, ik stopte blijkbaar gewoon. Eten werd minder interessant.

 

Waar sta je nu?

Wees ook niet bang om zo nu en dan je gedachten en acties op te schrijven. Op de momenten dat je je radeloos voelt of het gevoel hebt dat je geen progressie meer maakt, kun je dit als een soort naslagwerk gebruiken. Door dit te doen, kwam ik erachter dat mijn gedachten van straffen en schuld veel milder waren geworden. Daarin had ik veel progressie gemaakt en hoewel ik echt nog wel eens boos op mezelf kon worden, hielp dit inzicht me weer wat milder te worden. Als ik een vreetbui had gehad, dacht ik: zie je wel, ik kan dit niet. Ik zal voor altijd te veel blijven eten, het wordt niet minder. Als ik later (dus niet in een emotionele bui) terug ging lezen, kwam ik erachter dat mijn vreetbuien minder heftig waren dan in het begin. Mijn eerste gedachte als ik ergens binnenkom is niet meer: “wat zou hier te eten zijn?” De mooiste vooruitgang vind ik dat ik mezelf niet meer straf met cardio of een dieet. Ik ben vrij! Ik kan eten wanneer ik wil, zonder me schuldig te voelen. Ook ben ik veel kritischer geworden in wat ik wil eten. Een witte boterham met pindakaas is echt niet meer bijzonder geworden. Dat mag ik nu altijd eten van mezelf (vind ik zo extreem lekker), dus dat voelt niet meer als iets stouts… Deze inzichten geven me telkens weer een nieuwe dosis energie en motivatie om door te gaan. Ik leerde continue door te blijven gaan. Bij de pakken neerzitten was prima, maar daarna ging ik weer door. Falen is niet het vallen zelf, falen is als je niet meer opstaat.

Patronen herkennen

Ik schreef vaak op wanneer ik de mist in ging. Hierdoor ging ik patronen ontdekken. Welke patronen kun jij herkennen?

Te weinig eten

Hoe minder ik om eten ging geven, hoe minder ik aan eten dacht. Op sommige dagen had ik de hele dag geen trek of dacht ik de hele dag bijna niet aan eten. Ik had belangrijkere dingen te doen dan eten klaarmaken en ik had geen zin in fastfood of een boterham. Zo’n dagje was niet erg, maar in drukke periodes, gebeurde dit soms dagen achter elkaar. Ik was me er dan ook we redelijk van bewust dat ik zo’n periode zou afsluiten met een vreetbui. Hier had ik me dan ook op voorbereid door dit van te voren te accepteren en te begrijpen dat een vreetbui noodzakelijk was en ook helemaal niet schadelijk. Toen ik dit nog niet kon accepteren, had ik verschrikkelijke vreetbuien met vooral ongezond spul. Nu ik het patroon herken, valt het allemaal wel mee. Ik eet dan zodra ik het even rustig heb de hele dag door, maar wel rustig en bedachtzaam. Geen chocolade en koekjes, maar een boterham met avocado, ei, zalm noem maar op. Heel veel calorieën, maar heel voedzaam. En daarna natuurlijk wel nog een koekje, of twee. Maar niet het hele pak, want ik mocht gewoon eten van mezelf.

Vasten

Elke keer als ik ging vasten (van 20:00 tot 12:00) of een lichtere maaltijd at (koolhydraten schrappen), ging ik daarna juist meer eten. Het schrappen van koolhydraten deed ik in de hoop minder snel weer trek te krijgen, maar tijdens de volgende maaltijd at ik ze gewoon extra. Ik kon dat niet tegenhouden. Vervolgens voelde ik me schuldig dat ik veel te veel (koolhydraten) had gegeten en dat schuldgevoel leidde weer tot mentale restrictie, waardoor ik juist meer trek had en niet kon stoppen met eten.

Een keertje is geen probleem. De reden dat ik wil vasten is hetgeen wat aandacht verdient. Vasten in de hoop daarmee minder calorieën binnen te krijgen, is niet zo’n goed idee. De vraag waarom ik wil afvallen (minder calorieën binnenkrijgen) is veel belangrijker.

Vasten doe ik alleen zonder voorbedachte rade. Dus als ik ’s ochtends geen honger heb en een paar uurtjes moet werken. Daarna zorg ik dat ik meteen een goede, voedzame maaltijd naar binnen werk en voorkom ik een vreetbui.

 

Te kleine maaltijden

Telkens als ik een te kleine maaltijd at, kreeg ik al gauw weer trek. Omdat ik zelf had bepaald dat die honger dan te snel kwam of even geen eten bij de hand had, werd die trek te erg en duurde die te lang. Het gevolg hiervan was dat ik de maaltijd daarna ging overeten.

Zo was ik een keer op een verjaardagsdiner en toen heb ik zo genoten van mijn vriendinnen en de gesprekken, dat ik heel langzaam at. Daardoor had ik geen trek meer. Ik zat nog niet vol, maar ik kon heel makkelijk stoppen met eten. Ik had een kleine portie opgeschept en daarna at ik wel nog een kleine portie. Door zo langzaam te eten, was de trek dus al weg. Zelf kon ik wel bedenken dat dit voor mij te weinig was. Dat was een lastig moment. Luister ik dan naar mijn lichaam of luister ik naar mijn verstand. Ik besloot naar mijn lichaam te luisteren en was stiekem erg blij dat ik geen honger meer had, want ik was nog steeds niet tevreden met mijn lichaam. Of te wel: ik was me ervan bewust dat ik niet voldoende aan het eten was. Achteraf had ik beter gewoon goed kunnen eten in plaats van zo weinig ook al had ik geen honger meer. Daarna kwamen de borrelnoten op tafel en omdat ik nog niet verzadigd was gingen er handjes naar binnen. Ik kon er niet meet stoppen.

Tegenwoordig eet ik gewoon meer op verjaardagen of bij een buffet. Niet meer zo veel als vroeger, want ik hoef niets in te halen of te compenseren. Ik eet tot ik geen honger meer voel en eigenlijk nét een klein beetje (te) vol. Voor mij werkt dit perfect om me de rest van de avond verzadigd te voelen en niet los ga op de toetjes.

 “Niks” in huis hebben

Toen ik eindelijk alles mocht eten, was het voor mij vooral fijn dat ik koekjes mocht eten. Alleen was ik het niet gewend om ze te kopen, dus had ik ze nooit in huis als ik er trek in had. Dat vond ik behoorlijk irritant. Op andere momenten had ik geen trek in koekjes. Eindstand: ik at nooit koekjes, terwijl het eindelijk gewoon mocht. Zo begon koekjes eten toch weer een bepaalde lading te krijgen. Het werd onterecht heel erg bijzonder om koekjes te eten en dus super interessant.

De ene week heb nu ik een reep chocolade in huis en de andere week koekjes. Heel soms chips. Het is maar waar ik trek in heb. Ik doe er gek genoeg (ja, het verbaast mij ook nog steeds) dan een week mee. Het zit gewoon niet in mijn systeem om in de supermarkt wat lekkers te halen. Er is zo veel keuze, dat ik niet weet wat ik wil en dan koop ik maar niets. Ik probeer nu wel bij mezelf na te gaan waar ik trek in zou kunnen krijgen, want ik vind het echt irritant als ik niets in huis heb. Iets snacken, vind ik gewoon heel erg fijn. Soms heb ik helemaal geen zin meer om iets te snacken, maar de mogelijkheid moet er op z’n minst welk elke dag zijn!

 

Maak je niet druk!

Het enige wat stress geeft is je druk maken. Een situatie op zich geeft geen stress. Het is wat het is. Welke waarde wij daaraan hechten, zorgt ervoor of we er stress om ervaren of niet. Zo kon ik me er heel erg druk over maken dat ik “de hele dag” aan eten dacht. Terwijl ik niet “de hele dag” aan eten dacht. De momenten dat ik eraan dacht, die steeds minder werden, werden gewoon te veel uitvergroot. Wat ik deed als ik aan eten dacht, was me er heel erg druk om maken, “want ik had toch een gezonde relatie opgebouwd met eten?” De gedachte aan eten, is niet vermoeiend. De waarde die we eraan hechtten en de gevoelens die daarbij komen kijken, zijn vermoeiend. Ik had de verwachting dat ik niet meer de hele dag aan eten zou denken als ik een gezonde relatie moet voeding zou hebben. En ik dacht er ook niet meer de hele dag aan. Dat deed ik nooit, maar door die momenten uit te vergroten, voelde dat wel zo. Dus besloot ik de gedachten te laten zijn voor wat ze zijn. Restricties op gedachten werken net zo averechts als restricties op eten. Ik mocht niet aan eten denken dus ging ik aan eten denken. Ik mocht wel aan eten denken en het werd minder boeiend. Het duurde minder lang, want ik ging er niet in hangen.

 

 

Geef jezelf tijd, vertrouw erop dat het steeds iets beter gaat. Ik kon me vaak druk maken dat ik tóch at, terwijl ik geen honger had. Dat werd steeds minder en minder naarmate ik meer vertrouwde dat ik mezelf niet meer ging uithongeren en de overvloed aan eten geen fase was.